Vermenging van wetenschap, ideologie, industrie en beleid is gevaarlijk
De Belgische hoogleraar Frédéric Leroy is één van de initiatiefnemers van de Verklaring van Dublin, waarin gepleit wordt voor gedegen wetenschappelijke onderbouwing van veehouderijsystemen en voedingsconcepten.
De Verklaring van Dublin is inmiddels ondertekend door duizend wetenschappers en geeft een stem aan onderzoekers met expertise op het terrein van dierlijke productie, in het bijzonder wat betreft de relatie met menselijke gezondheid, duurzaamheid en de maatschappelijke en economische waarde van de veehouderij en de producten daarvan.
Dierlijke productiesystemen moeten worden aangepast aan actuele en toekomstige uitdagingen. Het is cruciaal dat dat gebeurt volgens solide wetenschappelijke inzichten en niet op basis van versimpelde en reductionistische[1] benaderingen volgens Leroy. Zo blijven bijvoorbeeld de voordelen van levensmiddelen van dierlijke oorsprong voor de humane nutriëntenvoorziening en de volksgezondheid vaak onderbelicht.
Zorgen over het maatschappelijke debat
Frédéric Leroy maakt zich zorgen over het maatschappelijke debat rond de veehouderij en de vlees- en zuivelconsumptie. In een gesprek via Teams met Nederland Vleesland deelt Leroy zijn zorgen met ons. Daarnaast geeft Leroy aan wat de oorzaken en gevolgen van de polarisering in het debat zijn.
Wat vaak doorgaat voor de stem van “de wetenschap”, is niet noodzakelijk een nuchtere analyse van wat het bewijsmateriaal aangeeft. Deze stem creëert vandaag te weinig ruimte voor kritische inspectie. Leroy vindt het cruciaal dat wetenschappers zich niet laten beïnvloeden door ideologie, multinationals en een aantal NGO’s met specifiek agenda’s.
Daarnaast vindt hij dat wetenschappers geen sterke politieke uitspraken moeten doen in onderzoeksrapporten die het overheidsbeleid kunnen beïnvloeden, wanneer het maatschappelijke experiment te groot is en de data te onzeker. Dit is in het bijzonder een risico wanneer het wetenschappelijke proces nog volop bezig is.
Hij geeft aan dat er momenteel onvoldoende consensus is over bepaalde aspecten van dierlijke productie en, bijvoorbeeld, de gezondheidsrisico’s van vlees.
Wat als consensus het gevolg is van een onevenwichtig debat in media en academie?
Van Dublin naar Brussel
Wetenschappers, in de domeinen voeding, gezondheid en veehouderij realiseerden zich dat er een kritische massa nodig is om gehoord te worden volgens Leroy. Gesprekken worden nu gedomineerd door enkele zeer luidruchtige groepen en lijken steeds minder evenwichtig te worden. Dat is de reden dat er in oktober 2022 een symposium werd georganiseerd in Dublin, onder de naam: The Societal Role of Meat – What the Science Says. Het doel van het symposium was:
- Het samenbrengen van actuele wetenschappelijke kennis van experts
- Het tegengaan van versnippering van wetenschappelijke inzichten
Het symposium heeft geleid tot het opstellen van de Dublin Declaration (www.dublin-declaration.org). De Dublin Declaration is inmiddels door meer dan 1.000 wetenschappers uit de gehele wereld ondertekend. Deze 1.000 wetenschappers ontkennen niet dat de veehouderij voor uitdagingen staat om bepaalde thema’s naar een hoger plan te tillen, zoals diergezondheid, dierwelzijn en duurzaamheid. Integendeel, zij pleiten ervoor dat er dringend werk van gemaakt moet worden. Maar eenzijdige, negatieve, reductionistische berichtgeving over voeding van dierlijke oorsprong is gevaarlijk. Ook vanwege de impact daarvan op nationaal en Europees beleid.
De bezorgde wetenschappers hebben hun stem ook in Brussel laten horen. Hier waren Europese beleidsmedewerkers bij aanwezig. De boodschap is daar zeker geland: het is noodzakelijk om het debat te centreren rond wetenschappelijke inzichten over voeding, duurzaamheid en gezondheid. De stem van de ondertekenaars botst regelmatig met de mainstream berichtgeving. Als iets mainstream is, wil dat niet zeggen dat het ook robuust en feitelijk is. De grote vraag is: in hoeverre is men in staat en bereid om het EU-beleid bij te sturen in de richting van een meer evenwichtige wetenschappelijke discussie? De brede integratie van expertise vanuit de wetenschappelijke wereld is in ieder geval een essentiële eerste stap om de conversatie recht te trekken volgens Leroy.
“Gesprekken worden nu gedomineerd door enkele zeer luidruchtige groepen en lijken steeds minder evenwichtig te worden.”
EAT-Lancet’s Planetary Health Diet
Eén van de meest invloedrijke elementen in het veeteeltdebat is het EAT-Lancet rapport. De lancering van het EAT-Lancet rapport leverde wereldwijd veel publiciteit op. Aan dit grote project werkten 37 internationale wetenschappers mee. Via rekenmodellen kwamen zij tot een gezond en duurzaam menu voor 2050. Dit rapport promoot sinds 2019 een Planetary Health Diet. Men beweert dat het Planetary Health Diet een voedingspatroon is dat goed is voor de gezondheid van de mens en de planeet. Er is ook veel kritiek op EAT-Lancet rapport gekomen. Niet zo zeer vanwege de sterke nadruk op plantaardige voeding, maar vooral door het overmatig wijzen met de vinger naar dierlijke voeding. EAT-Lancet legt een sterk accent op chronische ziekten en mogelijke negatieve effecten van vleesconsumptie. Dit plaatst de (potentiële) problemen, die gepaard gaan met het te sterk afbouwen van dierlijke producten, in de schaduw.
Anti-veeteelt-toon
De EAT-Lancet Commissie heeft een sterke anti-veeteelt-toon en dat heeft geleid tot kritiek van bepaalde wetenschappers, maar ook van bepaalde Afrikaanse landen waar de dagelijkse afhankelijkheid van veeteelt zeer tastbaar is. Het belang van veeteelt in de wereldvoedselvoorziening is ondergesneeuwd en wordt overheerst door een Westerse blik van de commissieleden. De hoofdfuncties van voeding worden niet voldoende op waarde geschat, en dan vooral het bieden van essentiële nutriënten (voedingsstoffen) en het sociale belang.
Uitsluiting of een al te sterke daling in de consumptie van dierlijke producten leidt tot risico’s, waarbij het voedingspatroon minder robuust wordt. Het wordt weliswaar niet onmogelijk, maar wel een stuk moeilijker om een adequate voorziening van nutriënten te waarborgen.
Vaak zijn dan supplementen nodig om voldoende essentiële voedingsstoffen binnen te krijgen. Niet de supplementen maar de risico’s betreffen een mogelijk tekort aan onder meer:
- essentiële aminozuren
- langeketen-omega-3-vetzuren
- bepaalde mineralen, zoals ijzer en zink
- een aantal vitamines, zoals B12
Een tekort aan deze essentiële voedingsstoffen is niet alleen een risico voor kinderen, ouderen en jonge vrouwen, vooral wanneer deze zwanger zijn of borstvoeding geven, maar ook volwassen mannen kunnen te maken krijgen met tekorten. Zeker als er sprake is van onderliggende gezondheidsproblemen of verhoogde noden. Zo is bijvoorbeeld de in eiwittransitiescenario’s gehanteerde norm van 0,8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag écht een ondergrens. Voor een optimale gezondheid hebben veel mensen meer nodig. In het bijzonder via het eten van hoogwaardig eiwit.
Door de kritiek op EAT-Lancet is de Commissie nu uitgebreid met leden die een wetenschappelijke achtergrond hebben in veehouderij. Een poging om inclusiever te zijn. Daarnaast is ook Carlos Monteiro aangehaakt. Monteiro is afkomstig uit Brazilië en is hoogleraar Voeding en Volksgezondheid. Monteiro staat aan de basis van het NOVA-systeem waarmee levensmiddelen worden gecategoriseerd op basis van de mate van bewerking.
“Door de kritiek op EAT-Lancet is de Commissie nu uitgebreid met leden die een wetenschappelijke achtergrond hebben in de veehouderij.”
Leroy is benieuwd hoe de discussies in de commissie nu verder gaan verlopen. Voor de verspreiding van het EAT-Lancet dieet is nauw samengewerkt met multinationals en dierenrechtenactivisten, waarbij stevig werd geflirt met vlees- en zuivelvervangers. De multinationals en dierenrechtenactivisten hebben niet meegewerkt aan het rapport als dusdanig, maar zijn wel betrokken geweest In de vervolgtrajecten en partnerschappen. Dat leidde tot een stimulans voor ultra-bewerkt voedsel. De consequenties daarvan werden onvoldoende meegenomen in het dieet. De commissiehervorming lijkt een poging om de zwakke punten, waar ze eerder op aangevallen zijn, aan te pakken. We moeten afwachten of die nieuwe aanpassingen enkel cosmetisch zijn of dat het rapport daadwerkelijk meer nuance gaat bieden, meer aandacht heeft voor regionale verschillen in de wereld en meer aandacht heeft voor het globale probleem van ultra-bewerkte voeding.
Het wordt alvast interessant om te zien hoe EAT-Lancet’s ideologische en industriële achterban zal reageren. Een nieuwe versie van het EAT-Lancet dieet wordt in de loop van 2024 verwacht.
Verschillende scholen
Voor grote, vergaande ingrepen in beleid rond volksgezondheid en voeding is een zeer solide wetenschappelijke onderbouwing nodig. Dit om te vermijden dat we ons verliezen in een maatschappelijk experiment met onverwachte gevolgen die catastrofaal zouden kunnen zijn. We moeten ons realiseren dat dé wetenschappelijke consensus niet bestaat, toch niet in een domein als voedingswetenschap. Wetenschap is in de eerste plaats dialoog en voortschrijdend inzicht.
Als we kijken naar voeding en gezondheid dan zijn er twee verschillende scholen in de wetenschap:
- Walter Willett (Harvardprofessor en EAT-Lancet Commissievoorzitter) hanteert het voorzorgsprincipe: hij wil volksgezondheidsbeleid baseren op epidemiologische aanwijzingen voor gezondheidsrisicos die te maken hebben met chronische ziekte. Ook al zijn die niet erg hard bewezen
- Aan de andere kant staat de school van Gordon Guyatt (Canadese arts-hoogleraar) en John Loannidis (arts en Stanford-hoogleraar) en anderen die pleiten voor toepassing van hoge wetenschappelijke standaarden. Guyatt hamert op het belang van evidence-based medicine. Ioannidis noemde het EAT-Lancet dieet eerder science fiction, dat te veel gebaseerd is op onbewezen overtuigingen van de commissieleden
Het consortium rond Guyatt heeft een paar jaar geleden zes artikelen gepubliceerd waarin de auteurs het erg onzekere bewijsmateriaal rond de risico’s van roodvleesconsumptie aan de kaak hebben gesteld. Loannidis was hier overigens niet bij betrokken.
Het bestaan van deze twee scholen wijst op een fundamenteel verschil in omgang met kennisleer. Leroy noemt het zorgwekkend dat het voeren van constructieve dialoog tussen deze verschillende wetenschappelijke scholen nog te veel ontbreekt. Binnen het domein van de voedingswetenschappen en gezondheidsbeleid is het vooral de eerste school die al een aantal decennia de toon zet.
“Binnen het domein van de voedingswetenschappen en gezondheidsbeleid is het vooral de eerste school die al een aantal decennia de toon zet.”
Controle op de wetenschap
Wetenschappelijke publicaties en het peer review proces (de kwaliteit van het onderzoek wordt beoordeeld door collega’s) zijn normaal gezien de basis, maar dit systeem begint te kraken. Er komen steeds meer wetenschappelijke tijdschriften en er worden steeds meer artikelen aangeboden: omwille van het verdienmodel en omdat onderzoekers onder druk staan om veel te publiceren.
Leroy constateert verder dat in bepaalde onderzoeksdomeinen, zoals vlees en veehouderij, de invloed van dogma’s[2] groot is. De identiteit of ideologie van wetenschappers krijgt dan een te grote rol. Het wordt moeilijker om een goede mix aan reviewers met voldoende expertise uit verschillende scholen en vakgebieden in te schakelen voor een evenwichtige en pluralistische beoordeling van manuscripten, waarbij het er vaak ook op neer komt dat het verdedigen van eerder ingenomen posities belangrijker is dan het accepteren van nieuwe inzichten.
Na publicatie van een wetenschappelijk artikel kan er in principe nog wel kritiek loskomen. Deze kritiek wordt dan verwoord in een ‘letters to the editor’. Als de kritiek ernstig is dan kan dat leiden tot terugtrekking van de publicatie, maar dit bereikt het brede publiek en de beleidsmakers meestal niet. Het publieke vertrouwen in de wetenschap neemt af en dit is deels te wijten aan de wetenschappers zelf. Kritiekloze vermenging van wetenschap, industrie, NGO’s en beleid is schadelijk. Ook de interne discussie binnen de wetenschappelijke wereld staat onder druk. Praten en samenwerken met industrie en maatschappelijke partners is op zich geen probleem en wellicht zelfs gewenst, maar het mag niet ten koste gaan van de wetenschappelijke onafhankelijkheid volgens Leroy.
Een bijkomend probleem in het domein van voeding en gezondheid is het overmatig en ongebreideld gebruik van simulatiemodellen: Modellen kunnen zeker nuttig zijn wanneer ze goed gebruikt worden, maar even vaak zijn ze te reductionistisch, met slecht onderbouwde premisses[3] en te weinig validatie met echte data. Ideologie krijgt dan ruimte en er kunnen dan heel gemakkelijk zondebokken benoemd worden, die vervolgens een negatieve waarde meekrijgen in de rekensommetjes. In het verleden gebeurde dit bijvoorbeeld met verzadigd vet. De levensmiddelenindustrie gaat dan, in naam van de wetenschap, het vet vervangen door kunstmatige toevoegingen die het mondgevoel van vet nabootsen. Die light producten zijn in de regel minder voedzaam, minder lekker en niet noodzakelijk beter voor de gezondheid. Ze worden daarentegen wel gepromoot met een wetenschappelijk aureool[4]. En ze leveren de levensmiddelenindustrie uiteraard marktgroei op.
Iets vergelijkbaars gebeurt als we van vlees overgaan naar vleesvervangers. Producten die in veel gevallen sterk bewerkt zijn en een lagere voedingswaarde hebben.
Reductionisme is wellicht het grootste probleem binnen de voedingswetenschap, geeft Leroy aan. Voeding is complex en het stofjesdenken dat eind vorige eeuw in zwang kwam, hebben we helaas nog steeds niet achter ons gelaten. We zien het ook weer gebeuren bij de introductie van de Nutri-Score en de Eco-Score: De levensmiddelenindustrie gaat zich in bochten wringen om een betere score te behalen, met toenemende risico’s op extreem bewerkte voedingsproducten.
Voeding is overigens een goede bril om naar de huidige maatschappelijke problemen te kijken. Dit komt vooral neer op een gebrek aan gezonde dialoog, gecombineerd met een frappant verlies aan realiteitsbesef. Rondom voeding komt alles samen:
- iedereen heeft ermee te maken
- ideologische overtuigingen spelen een rol
- feiten en meningen raken vermengd
Een nieuw landbouw- en voedingssysteem voor de wereld kun je niet bouwen achter je computer; er is dialoog nodig met de praktijk en vooral een goede dosis realiteitsbesef.
Gezond en duurzaam
In de Nederlandse Schijf van Vijf, de Vlaamse Voedingsdriehoek, de Scandinavische Nordic Recommendations en in het EAT-Lancet dieet worden gezondheid en duurzaamheid van voedingspatronen steeds meer vermengd in de adviezen. Frédéric Leroy ziet in die adviezen veel white-hat bias [5], waarbij sommige wetenschappers vooral veel goed willen doen. Dit is lovenswaardig, alleen mag het niet leiden tot activisme, waarbij wetenschappelijke complexiteiten overboord gegooid worden.
“In de Nederlandse Schijf van Vijf, de Vlaamse Voedingsdriehoek, de Scandinavische Nordic Recommendations en in het EAT-Lancet dieet worden gezondheid en duurzaamheid van voedingspatronen steeds meer vermengd in de adviezen.”
In het Westen hebben we een relatieve voedselzekerheid en richten we ons nu op welvaartsziekten en duurzaamheid, terwijl we het niet altijd eens zijn over de verschillende aspecten van deze twee kenmerken van voeding.
Onderzoeksresultaten worden daarbij ook nog beïnvloed door externe factoren, inclusief morele dwang door bepaalde multinationals en NGO’s, waardoor vertekende resultaten worden gevonden en verkeerde conclusies worden getrokken
Aanbevelingen van Leroy
Leroy adviseert de veehouderijsector en de vleessector om de volgende aspecten meer kenbaar te maken in het maatschappelijk debat, op een manier waarbij ook duidelijk de verantwoordelijkheid wordt opgenomen:
- Goed uitgevoerde veeteelt draagt bij aan voedselzekerheid
- Goed uitgevoerde veeteelt draagt bij aan het behoud van ecosystemen in de wereld
Uitdagingen
Er zijn ook uitdagingen op het gebied van milieu-impact en dierwelzijn die best nog wel wat aandacht vragen. Het volgende is nodig:
- Erken dat er uitdagingen zijn
- Maak de inspanningen voor verduurzaming transparant en oprecht
- Blijf innoveren en verbeteren
- Benoem de positieve én de negatieve aspecten
- En maak je eigen inspanningen die leiden tot verbetering zichtbaar
De veehouderij en de vleessector hebben een maatschappelijke licentie nodig en die moet je verdienen!
[1] Een manier van denken waarbij wordt aangenomen dat complexe verschijnselen het best worden begrepen in een analyse van de onderdelen
[2] Regel die niet te veranderen is
[3] Vooronderstelling dat iets waar is
[4] Uitstraling van heiligheid, waardigheid en aanzien
[5] Onderzoeksresultaten worden beïnvloed door externe factoren, waardoor vertekende resultaten worden gevonden en verkeerde conclusies worden getrokken