Lees ook over...
/ Nieuws / Vlees: een belangrijke bron van essentiële voedingsstoffen
Vlees past in een gezond dieet en kan duurzaam geproduceerd worden. “Voor een gezond voedingspatroon hoef je vlees dus zeker niet weg te laten.” Dat stelt agro-diëtist Irene Prinsen-Bruins. Na een stage aan de University of Toronto en jaren ervaring als diëtist in het Deventer ziekenhuis heeft ze haar werkplek verruild voor melkvee- en zuivelbedrijf ERF-1 in Kampen.
“Een gezond dieet draait vooral om een gevarieerde balans van alle voedingsstoffen die we tot ons nemen”, benadrukt Irene. Eiwit, oftewel proteïne, speelt daar als lichamelijke bouwsteen voor onder andere celvernieuwing en spieropbouw een belangrijke rol in. Er zijn verschillende soorten eiwitten die zijn opgebouwd uit aminozuren. Irene legt uit: “In totaal zijn er 22 aminozuren, waarvan dertien niet-essentiële aminozuren die het lichaam zelf kan aanmaken en negen essentiële aminozuren die we uit onze voeding moeten halen. Die negen zitten wel in vlees, zodat het wordt aangemerkt als hoogwaardige eiwitleverancier. Aminozuren komen ook voor in plantaardige eiwitten maar in mindere mate en ze zijn soms moeilijker te verteren. Plantaardige eiwitten worden daarom gemerkt als laagwaardig. Desondanks kan men ook met vegetarische voeding een volwaardig voedingspatroon naleven.”
Vlees bevat naast hoogwaardige eiwitten ook vitamine B12 en ijzer. Dit helpt om bloedarmoede, futloosheid en vermoeidheid te voorkomen. Volgens de diëtiste zijn dit dan ook de twee voedingsstoffen die je bij een vegetarisch dieet vaak gesuppleerd ziet worden: “Uiteindelijk is het belangrijk om gevarieerd te eten en een dieet te hebben wat bij je levensstijl past.”
“Uiteindelijk is het belangrijk om een gevarieerd dieet te hebben dat bij je levensstijl past.”
Er zijn veel verschillende soorten vlees beschikbaar, en het is volgens Irene goed om te beseffen dat daar ook verschil tussen zit qua voedingswaarden. “In buikspek zit bijvoorbeeld 9 gram eiwit per 100 gram vlees en veel verzadigd vet. Een stukje entrecote bevat veel meer eiwit, namelijk 26 gram, en veel minder vet, namelijk 4 gram. In vlees met een hoog vetgehalte zit ook meer verzadigde vet. Dat heeft ons lichaam ook zeker nodig, maar liever niet te veel. De gezondheidsraad adviseert maximaal 10% van de energie (kcal) die je eet.”
Daarnaast wordt gezondheid door veel zaken beïnvloed, waaronder leefstijl, beweging, (erfelijke) ziektes, stress en voeding. Irene: “Het is daarom zeer moeilijk te bewijzen dat biologische voeding gezonder is. Wel bevatten biologische producten, waarbij dieren vaak onder betere levensstandaarden worden gehouden, over het algemeen minder resten van pesticiden, en in sommige gevallen meer voedingsstoffen dan gangbare producten.”
In Nederland eten we over het algemeen te veel eiwit in vergelijking met de aanbevolen hoeveelheid van 0,8 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht. Irene: “Meer eiwit is doorgaans niet nodig want eiwit is geen efficiënte energiebron, daar hebben we koolhydraten en vetten voor. Momenteel is de verhouding tussen de consumptie van dierlijke en plantaardige eiwitten in Nederland 60% dierlijk en 40% plantaardig. In het kader van duurzaamheid zou dat omgekeerd moeten worden. Daarom is het verstandig om de vleesconsumptie te verminderen. En ook eens een dag vegetarisch is dan prima.” Irene adviseert, dat als je vlees eet, je beter kunt kiezen voor een duurzaam, zo min mogelijk bewerkt, en traceerbaar product. Toch hoort de diëtiste steeds meer dat sommige mensen ten onrechte denken dat vlees slecht is voor ons en we het volledig moeten vermijden. “Dit is niet het geval”, stelt Irene. “Vlees kan juist een belangrijk onderdeel zijn van een gezond dieet.”
Het is volgens Irene mooi om te zien dat het dier een belangrijke plaats in kan nemen in de kringloop. “Maar de verbinding tussen de maatschappij en ons voedsel is de afgelopen jaren flink afgenomen. Vroeger kwamen mensen nog bij de boer voor eten en wisten ze er ook meer over. Het verhaal van groei, bloei, dood en leven moet meer verteld worden. Ik zou graag zien dat de maatschappij bewuster wordt van waar ons voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Dan ontstaat er hopelijk ook meer respect voor het hele proces en het uiteindelijke product met meer waardering voor de primaire producent: de boer.”
Beeld: Ivo Hutten